Vitamine B12 is een essentiële voedingsstof en speelt een belangrijke rol bij onder meer DNA-synthese, cellulaire herstelprocessen, bloedaanmaak en hersenfunctie. Een verlaagde vitamine B12-status kan een breed scala aan gezondheidsklachten veroorzaken. Preventie, vroege opsporing en behandeling van een vitamine B12-tekort is uitermate belangrijk, mede om irreversibele neurologische schade en beenmergfalen te voorkomen. (1) Helaas blijft een vitamine B12-gebrek in veel gevallen onopgemerkt: in 60-70% van de gevallen is deze asymptomatisch, aanwezige symptomen worden vaak niet herkend en een gouden standaard voor het bepalen van de vitamine B12-status ontbreekt. Vitamine B12 heeft waarschijnlijk meer functies dan we nu kennen en de huidige ADH is vermoedelijk te laag om in de vitamine B12-behoefte te voorzien.(2) Ongeveer 5-10% van de Nederlandse bevolking heeft een vitamine B12-tekort; bij ouderen kan dit percentage oplopen tot 20-30%. (3-5)
De wateroplosbare vitamine B12 bestaat uit een groep cobalamines, complexe moleculen met in het centrum een kobalt-atoom. Vitamine B12 komt in verschillende vormen voor, afhankelijk van de restgroep die is gekoppeld aan het centrale kobaltatoom: methyl-, adenosyl-, hydroxo- en cyanocobalamine (zie figuur 1). Cobalamine (zonder restgroep) komt niet op zichzelf staand in stabiele vorm voor. Als er wordt gesproken over vitamine B12 of cobalamine wordt er altijd verwezen naar een van de hiervoor genoemde vormen. Vitamine B12 is in kleine hoeveelheden aanwezig in dierlijke voedingsmiddelen (vlees, vis, schelpdieren, gevogelte, zuivel en eieren), vooral in de vorm van methyl-, adenosyl- en hydroxocobalamine. Cyanocobalamine is de synthetische variant die veel wordt gebruikt in voedingssupplementen en verrijkte voedingsmiddelen. Tegenwoordig zijn de biologisch actieve vormen van vitamine B12 (methyl- en adenosylcobalamine) ook als voedingssupplement beschikbaar, vaak als zuigtabletten.
Figuur 1. Structuurformule vitamine B12
CO+ = kobaltatoom
R = restgroep
In het lichaam komt vitamine B12 voornamelijk voor in de actieve co-enzymvormen methylcobalamine (bloedplasma, celcytoplasma, cerebrospinale vloeistof) en adenosylcobalamine, ook wel dibencozide genoemd (weefsels, celmitochondriën). In het bloed is 20-25% van het vitamine B12 gebonden aan het transporteiwit transcobalamine II en 80% aan haptocorrinen* (ook wel transcobalamine I genoemd). Alleen aan transcobalamine II gekoppeld vitamine B12 wordt in lichaamscellen opgenomen (zie figuur 2); deze fractie van vitamine B12 in serum wordt aangeduid met actief-B12 of holo-TC (holo-transcobalamine II). In de cel opgenomen vitamine B12 wordt in lysosomen losgemaakt van transcobalamine II en zo nodig omgezet in methyl- of adenosylcobalamine.(7) B12 dat reeds de cel ingaat als methyl- of adenosylcobalamine hoeft niet verder omgezet te worden tenzij er op dat moment een andere verhouding methyl-/adenosylcobalamine in de cel nodig is.
Figuur 2. Rol vitamine B12 in homocysteine- en methylmalonzuurmetabolisme
Het lichaam heeft een vitamine B12-voorraad van circa 2-5 mg, waarvan het grootste deel in de lever opgeslagen is. Dagelijks verdwijnt 0,1-0,2% van de totale lichaamsreserve van B12 via urine en gal. De voorraad raakt normaliter langzaam uitgeput, mede door enterohepatische recirculatie (heropname vitamine B12 uit gal).(6) Een vitamine B12-tekort, dat kan ontstaan als de voorraad onvoldoende aangevuld wordt (onvoldoende inname of absorptie) en/of het verlies toegenomen is (oxidatieve stress, verstoorde enterohepatische recirculatie), ontwikkelt zich meestal sluipend over een periode van jaren.(7)
In studies met vitamine B12 zijn vooral cyano- en hydroxocobalamine gebruikt en in mindere mate methylcobalamine en adenosylcobalamine. De laatste jaren verandert dit en wordt steeds vaker gebruik gemaakt van methylcobalamine en adenosylcobalamine. Een pluspunt van suppletie met methyl- en/of adenosylcobalamine is dat het lichaam direct beschikt over de biologisch actieve (co-enzym)vormen van vitamine B12.(53) Aangezien oxidatieve stress een rol kan spelen bij een functioneel vitamine B12-tekort kan suppletie met een gereduceerde vorm van vitamine B12 (methylcobalamine) voordelen hebben boven een geoxideerde vorm van vitamine B12 (cyanocobalamine, hydroxocobalamine).(38) Onderzoek suggereert dat een grotere verbetering van de cobalaminestatus optreedt na inname van methyl- en adenosylcobalamine dan na inname van cyanocobalamine; meer cobalamine wordt opgeslagen in de lever en minder cobalamine verlaat het lichaam met de urine (langere halfwaardetijd).(53) Bovendien kan methylcobalamine in het lichaam direct worden benut als methyldonor. Er zijn aanwijzingen dat suppletie met methyl- en/of adenosylcobalamine tot betere klinische resultaten leidt dan suppletie met cyano- en/of hydroxocobalamine. Meer onderzoek is nodig om dit definitief te kunnen bevestigen.(53)
In zijn algemeenheid wordt vitamine B12 uit voedingssupplementen gemakkelijker opgenomen dan vitamine B12 uit voeding, omdat het loskoppelen van voedselgebonden vitamine B12 gebrekkig kan verlopen (zie opname, opslag en uitscheiding vitamine B12).
Vitamine B12 is een essentiële cofactor bij twee belangrijke enzymatische reacties (zie figuur 2):
* Zie verklarende woordenlijst
De opname van vitamine B12 uit voeding is een complex proces (zie figuur 3). In de maag wordt vitamine B12 door maagzuur en pepsine van voedingseiwitten losgekoppeld en tijdelijk gebonden aan haptocorrinen (R-eiwitten) uit speeksel en slijm afkomstig uit slokdarm en maag. In het duodenum (in alkalisch milieu) maken pancreasproteases vitamine B12 los van de R-eiwitten, waarna de vitamine wordt gekoppeld aan ‘intrinsic factor’ (IF), een glycoproteïne die door pariëtale cellen in de maag wordt geproduceerd. Vervolgens wordt vitamine B12 in het laatste deel van het ileum na binding aan specifieke receptoren via actief transport opgenomen (calciumafhankelijke endocytose), mits de vitamine is gekoppeld aan IF.(6) De actieve opname van cobalamine uit voeding is zeer efficiënt, maar door verzadiging van receptoren neemt het absorptiepercentage snel af bij verhoging van de vitamine B12-inname. Van enkele microgrammen (μg) vitamine B12 wordt 25 tot 65% opgenomen, van 25 μg slechts 5%.(6,7) In de darmmucosa wordt IF afgebroken en vitamine B12 aan het bloed afgegeven. Niet aan IF gebonden vitamine B12 kan via passieve diffusie (over de hele lengte van het maagdarmkanaal) worden opgenomen, maar deze vorm van opname is zeer inefficiënt. In de afwezigheid van IF wordt slechts 1% van de vitamine B12 opgenomen (dit geldt ook voor vitamine B12 dat door bacteriën in de dikke darm wordt geproduceerd).(6,8) Bovendien wordt vitamine B12 dat niet is gekoppeld aan IF sneller afgebroken door proteolytische enzymen en darmbacteriën. Dit betekent dat bij malabsorptie (defecte actieve opname) hoge doses vitamine B12 gesuppleerd dienen te worden.
Figuur 3. Absorptie van vitamine B12
De Gezondheidsraad schat de vitamine B12-behoefte voor volwassenen op 2,8 μg/dag (zwangerschap 3,2 μg/dag, lactatie 3,8 μg/dag).(6,7) Echter, dit is gebaseerd op een normale bloedaanmaak (terwijl een verstoorde bloedaanmaak vaak een laat symptoom is van een B12-tekort) en een normale serum vitamine B12-spiegel (een onbetrouwbare biomarker voor de vitamine B12-status). De normaalwaarden voor vitamine B12 in bloed zijn 150-500 pmol/l of 200-700 ng/l, maar helaas sluit een ‘normale’ vitamine B12-spiegel geen vitamine B12-tekort uit (zie vaststellen biochemisch vitamine B12-tekort).
De vitamine B12-behoefte is waarschijnlijk hoger dan de Gezondheidsraad heeft berekend. Zo is de huidige ADH voor vitamine B12 onvoldoende om stabiliteit van het genoom* te waarborgen.(2,15,16) De vorming van micronuclei* in lymfocyten, een index voor chromosoombreuken en chromosoomverlies, is pas minimaal bij een vitamine B12-inname van circa 7 μg/dag.(2,15) Bovendien is de spiegel van MMA (een functionele biomarker van de vitamine B12-status) verhoogd bij mensen met een vitamine B12-inname onder 6 μg/dag, wat suggereert dat de weefsels onvoldoende (methyl/adenosyl)cobalamine bevatten (functioneel B12-tekort).(16,17) Vermoedelijk stijgt de vitamine B12-behoefte iets met het ouder worden; dit kan mede te maken hebben met toename van oxidatieve stress.(2,6) Er zijn aanwijzingen dat de vitamine B12-behoefte van gezonde volwassenen en ouderen varieert en kan oplopen tot ruim 20 μg per dag.(85)
Tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding is de vitamine B12-behoefte verhoogd met respectievelijk 10 en 20-30%. Uit onderzoek is gebleken dat een derde van de zwangere vrouwen een verhoogde MMA-spiegel heeft, indicatief voor een vitamine B12-tekort, en dat een verhoogde MMA-spiegel onder meer risicofactor is voor neuraalbuisdefecten (zoals een open ruggetje).(7,12)
* Zie verklarende woordenlijst
Maximaal 1% van de orale dosering vitamine B12 wordt opgenomen via passieve diffusie, dus ook bij malabsorptie door afwezigheid van intrinsic factor (IF). De normale vitamine B12-behoefte kan oplopen tot circa 20 μg/dag; bij malabsorptie is een dosering vitamine B12 nodig (afhankelijk van de ernst van malabsorptie) tussen 650 en 2000 μg/dag.(64,85) Orale suppletie met vitamine B12 in doseringen van 1000 tot 2000 μg/dag is even effectief als intramusculaire injecties, ook bij malabsorptie van vitamine B12.(1,64) Alleen bij ernstige neurologische manifestaties heeft intramusculaire toediening in eerste instantie de voorkeur (iets snellere repletie).(64) Bij vitamine B12-suppletie kunnen neurologische symptomen tijdelijk verergeren.(1) Bij effectieve suppletie is macrocytaire anemie binnen twee maanden gecorrigeerd en zullen neurologische symptomen binnen zes maanden verdwijnen of verbeteren.(1) Een hoog gedoseerd vitamine B12-supplement (1000-2000 μg) wordt bij voorkeur los van de maaltijd ingenomen (de opname is dan iets beter), maar dit is niet noodzakelijk.(1,7) Als een vitamine B12-deficiëntie is vastgesteld, is het belangrijk onderzoek te doen naar de onderliggende oorzaak. Als de oorzaak van de deficiëntie niet weggenomen kan worden, is levenslange vitamine B12-suppletie vereist.(1,3)
Een vitamine B12-tekort komt waarschijnlijk vaker voor dan gedacht.(4) Doordat klachten vaak lange tijd ontbreken (zelfs bij een biochemisch ernstig B12-tekort) en het klinische beeld zeer gevarieerd en soms ongewoon is, wordt een vitamine B12-tekort gemakkelijk over het hoofd gezien.(1,18-20) Het meest kenmerkend voor een vitamine B12-tekort is het optreden van megaloblastaire anemie en/of demyeliniserende ziekte (verlies en zwelling myelineschede rondom uitlopers (axonen) van zenuwcellen met axonale degeneratie en verlies van neuronen).(1) Demyeliniserende ziekte kan de perifere zenuwen aantasten (perifere polyneuropathie), de zij- en achterstrengen* in het ruggenmerg (gecombineerde strengziekte*), het autonome zenuwstelsel (autonome neuropathie) en de hersenen (demyelinisatie en axonale degeneratie witte stof, verstoorde synthese neurotransmitters). Opvallend is dat de ernst van megaloblastaire anemie invers is gecorreleerd met de ernst van neurologische disfunctie. Waarom de ene mens gevoeliger is voor megaloblastaire anemie en de andere voor neurologische afwijkingen is onbekend.(1) Ongeveer een derde van de mensen met pernicieuze anemie* ontwikkelt neurologische afwijkingen, terwijl van de mensen met neurologische afwijkingen 28% een volstrekt normaal bloedbeeld heeft.(1) Een overzicht van symptomen en aandoeningen die kunnen wijzen op vitamine B12-tekort:(1,2,8,18-27)
Megaloblastaire anemie en voorstadia:
Demyeliniserende ziekte en voorstadia:
Hersenen (demyelinisatie en axonale degeneratie witte stof, verstoorde synthese neurotransmitters, hersenatrofie)
Ruggenmerg (myelopathie, subacute gecombineerde strengziekte)
Autonome zenuwstelsel (autonome neuropathie)
Perifere zenuwstelsel (demyeliniserende perifere (poly)neuropathie)
Zintuigen
Spijsverteringskanaal
Overig
Bij baby’s en kinderen
Een niet-optimale vitamine B12-status draagt waarschijnlijk bij aan de ontwikkeling van osteoporose, borstkanker, baarmoederhalskanker, aids(progressie), leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang en neurodegeneratieve ziekten.(1,2,24,28,29,30,31) In een klinische studie is bij een groep oudere mannen (gemiddeld 75 jaar oud) vastgesteld dat een lage vitamine B12-status gepaard gaat met een significant grotere kans op botbreuken, met name in de lumbale wervelkolom.(86) Ook bestaat het vermoeden dat kinderen van moeders, die tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding een lage vitamine B12-status hebben (en een normale foliumzuurstatus), later meer kans hebben op overgewicht, metabool syndroom en diabetes type 2 (foetale programmering).(13,32)
Megaloblastaire anemie is reversibel terwijl neurologische beschadigingen op termijn irreversibel zijn. Neurologische klachten zijn aanwezig bij 75 tot 90% van de mensen waarbij een klinisch vitamine B12-tekort is vastgesteld.(6) De meest voorkomende neurologische symptomen zijn symmetrische paresthesieën, spierzwakte en problemen met lopen; bij onderzoek zijn verlies van proprioceptie en vibratiezin in tenen of enkels veel voorkomende signalen.(1) Bij onbegrepen chronische vermoeidheid, pijnklachten, neurologische, cognitieve en psychische klachten, symptomen van bloedarmoede en aandoeningen die gepaard kunnen gaan met malabsorptie van vitamine B12, is het belangrijk na te gaan of er sprake is van een vitamine B12-tekort.
* Zie verklarende woordenlijst
Vooralsnog is er geen gouden standaard voor het vaststellen van een functioneel vitamine B12-tekort (deficiëntie van vitamine B12 op weefselniveau, waardoor vitamine B12-afhankelijke processen tekortschieten).(2) De serum vitamine B12-spiegel is onbetrouwbaar omdat tot 50% van de meetuitslagen fout-positief of fout-negatief zijn (referentiewaarden 150-500 pmol/l).(1,2) Extra informatie levert de actief-B12 spiegel (holo-TC); deze kan bij een vitamine B12-tekort verlaagd zijn (< 32 pmol/l) terwijl de totale serum vitamine B12-spiegel binnen de referentiewaarden ligt (de actief-B12 test is ongeschikt bij chronische nierziekten).
Aanvullende bepalingen in serum van methylmalonzuur (MMA) en totaal-homocysteïne (tHcy), met name bij een serum vitamine B12-spiegel < 350 pmol/l, leveren een essentiële bijdrage aan het vaststellen van een functioneel (intracellulair) vitamine B12-tekort.(1,3) Bij een klinisch vitamine B12-tekort (met gezondheidsklachten en een duidelijke respons op vitamine B12-suppletie) zijn de spiegels van MMA en tHcy in 95-98% van de gevallen verhoogd.(1,2) Dit betekent dat bij de aanwezigheid van klachten metingen van MMA en tHcy in het merendeel van de gevallen duidelijkheid geven of er (mede) sprake is van vitamine B12-gebrek. De MMA-spiegel is vooralsnog de meest specifieke biomarker voor de (functionele) vitamine B12-status. Let wel, de MMA-spiegel kan bij een B12-tekort normaal zijn als iemand antibiotica gebruikt (fout-negatieve uitslag) en bij een normale vitamine B12-status verhoogd zijn door nierinsufficiëntie of uitdroging (fout-positieve uitslag).(2,3) Normaliter is het MMA-gehalte in serum < 0,35 μmol/l (of nog liever < 0,21 μmol/l); bij nierfalen is de MMA-spiegel 0,3 tot 0,7 μmol/l; bij megaloblastaire anemie of demyeliniserende ziekte door B12-tekort is de MMA-spiegel meestal hoger dan 0,5 μmol/l en in 86% van de gevallen is de spiegel hoger dan 1 μmol/l.(1,6,12)
De homocysteïnespiegel (normaalwaarden 5-15 μmol/l) is minder specifiek en kan ook verhoogd zijn bij familiaire hyperhomocysteïnemie, foliumzuur- of vitamine B6-tekort, roken, hypothyroïdie, gebruik van levodopa en nierinsufficiëntie.(1,5) Een verhoogde homocysteïnespiegel door een vitamine B12-tekort wordt niet gecorrigeerd door foliumzuursuppletie. Metingen van MMA en tHcy zijn alleen zinvol als nog niet gestart is met vitamine B12-suppletie, tenzij het de bedoeling is om het effect van vitamine B12-suppletie op de vitamine B12-status te volgen.
Bij megaloblastaire (hypoproliferatieve) anemie is sprake van ineffectieve erytropoëse waarbij de DNA-synthese verstoord en de RNA-synthese normaal is. De kernrijping loopt achter op rijping van het cytoplasma waardoor minder celdelingen plaatsvinden en typische grote (megaloblastaire) rode cellen ontstaan die fragieler zijn en sneller worden afgebroken dan normale rode bloedcellen.(1) Alle bloedcellen kunnen deze defecte kernrijping hebben, maar ook cellen in de darmmucosa en botten. Zowel een vitamine B12- als een foliumzuurtekort kan megaloblastaire anemie veroorzaken; beide zijn nodig voor DNA-synthese en methylering. Echter, alleen een vitamine B12-tekort leidt tot demyeliniserende ziekte. Vitamine B12 zorgt voor het recyclen van foliumzuur en een vitamine B12-tekort leidt tot daling van de foliumzuurstatus, ook bij voldoende foliumzuurinname (secundair foliumzuurtekort). Als megaloblastaire anemie door vitamine B12-tekort ten onrechte met foliumzuur wordt behandeld, zal de bloedarmoede grotendeels verdwijnen. Het vitamine B12-tekort wordt hierdoor gemaskeerd hetgeen ernstige gevolgen voor de (neurocognitieve) gezondheid kan hebben.
Bij megaloblastaire anemie kunnen de volgende afwijkingen in het bloed worden gezien: macrocyte rode bloedcellen (macrocytose*), macro-ovalocyten*, macrocytaire anemie; anisocytose*, gefragmenteerde vormen; hypersegmentatie granulocyten (1% met 6 uitstulpingen of 5% met 5 uitstulpingen); leukopenie (granulocytopenie), mogelijk onrijpe witte bloedcellen; trombocytopenie; pancy-topenie; verhoogde spiegel lactaatdehydrogenase*, indirect bilirubine* en aspartaataminotransferase*; verlaagde spiegel haptoglobine*.(1)
* Zie verklarende woordenlijst
Malabsorptie (van vitamine B12 uit voeding en vitamine B12 dat via de enterohepatische circulatie opnieuw wordt opgenomen) is in meer dan 60% van de gevallen de oorzaak van vitamine B12-tekort.(1,7,20) Een slechte opname (en heropname) van vitamine B12 kan het gevolg zijn van:
In circa 20% van de gevallen is vitamine B12-gebrek het gevolg van een vitamine B12-deficiënt dieet (vegetarisme, veganisme, chronisch alcoholisme, ouderen, borstgevoede baby’s van moeders met een lage vitamine B12-status).(1,3,7) In een Duitse studie onder volwassenen van middelbare leeftijd was de MMA-spiegel verhoogd bij 5% van de mensen die weinig vlees aten, bij 32% van de vegetariërs (geen vlees en vis) en 43% van de veganisten (geen vlees, vis, eieren en zuivel).(5) Bij een vitamine B12-deficiënt dieet en een normale absorptie van vitamine B12 is een multi met vitamine B12 (met minimaal 20 μg) meestal voldoende om de vitamine B12-status op peil te houden. Gelet op de MMA-spiegel van baby’s krijgen veel borstgevoede baby’s (ook van niet-vegetarische moeders) onvoldoende vitamine B12 binnen. Tijdens zwangerschap en lactatie is het daarom aan te raden extra vitamine B12 in te nemen (naar schatting ten minste 100 μg/dag bij normale vitamine B12-absorptie).(35)
Een biochemisch en klinisch vitamine B12-tekort komt vaak voor bij mensen met diabetes type 1 en type 2.(12,36,37,38) Het biochemische vitamine B12-tekort blijkt uit verhoging van de MMA-spiegel, terwijl de serum vitamine B12-spiegel vaak normaal of zelfs hoognormaal is.(2,12,38) Bij mensen met diabetes type 1 komt auto-immuun gastritis 3 tot 5 keer vaker voor dan in de algemene bevolking. Daarnaast komen auto-immuun hypothyroïdie en coeliakie, die eveneens een negatieve invloed hebben op de vitamine B12-status, ook vaker voor bij mensen met diabetes type 1.(12) Bij mensen met diabetes type 2 draagt het gebruik van metformine bij aan het ontstaan van het vitamine B12-tekort. De kans op een B12-tekort is groter bij toenemende leeftijd en een hogere dosis (≥2 g/dag) en langduriger (≥3-4 jaar) gebruik van metformine.(12,36,37) Chronisch gebruik van metformine resulteert in vitamine B12-tekort bij 30% van de patiënten.(37,39) Dat een functioneel vitamine B12-tekort vaker bij diabetici (en ouderen) voorkomt wordt mogelijk ook verklaard door toename van oxidatieve stress.(38)
Het is belangrijk erop bedacht te zijn dat (verergering van) autonome en perifere neuropathie* bij diabetici mede het gevolg kan zijn van een (functioneel) vitamine B12-tekort; suppletie met een hoge dosis vitamine B12 (in combinatie met een B-complex) kan in dat geval helpen om de klachten te verlichten.(12,40,41,42,43) In een studie bij diabetici werd een functioneel vitamine B12-tekort gedefinieerd als een MMA-spiegel boven 0,25 μmol/l bij een serum vitamine B12-spiegel boven 400 pg/ml.(38) Vergeleken met niet-diabetici hadden diabetici gemiddeld een hogere MMA-spiegel. Bovendien droeg leeftijd bij aan een hogere MMA-spiegel: diabetici boven 70 jaar hadden gemiddeld een 51% hogere MMA-spiegel dan diabetici onder 70 jaar (bij niet-diabetici was dit verschil 26%). Van diabetici met een verhoogde MMA-spiegel leed 62% aan neuropathie, terwijl van diabetici met een normale MMA-spiegel maar 18% aan neuropathie leed. Suppletie met een hoge dosis vitamine B12 (2000 μg/dag gedurende 1-3 maanden) verlaagde de MMA-spiegel significant bij 88% van de diabetici met een verhoogde MMA-spiegel en verminderde neuropathische klachten bij 86% van de diabetici met neuropathische klachten (en een verhoogde MMA-spiegel).(38) In een andere studie zorgde orale suppletie met methylcobalamine (1500 μg/d gedurende 24 weken) eveneens voor significante verbetering van diabetische polyneuropathie.(44)
De bloedspiegels van MMA en homocysteïne voorspellen niet altijd of iemand profijt heeft van vitamine B12-suppletie.(2) Er zijn sterke aanwijzingen dat suppletie met hoge doses vitamine B12 invloed heeft op verschillende (neurologische) aandoeningen (multiple sclerose, de ziekte van Alzheimer, amyotrofische lateraalsclerose, de ziekte van Parkinson, aids-geassocieerde myelopathie, carpaletunnelsyndroom), waarbij de bloedspiegels van MMA en homocysteïne normaal zijn.(45,2,46-52) Hier kan sprake zijn van een ‘lokaal’ vitamine B12-gebrek of een verhoogde lokale vitamine B12-behoefte. Een andere mogelijkheid is dat vitamine B12 in hoge dosering suprafysiologische (farmacologische) effecten heeft.(2)
Samenvattend kan suppletie met vitamine B12 worden overwogen in situaties waarbij de kans op vitamine B12-tekort is toegenomen (bovengenoemde maagdarmaandoeningen, medicijngebruik, eetgewoonten), bij de aanwezigheid van symptomen en aandoeningen die het gevolg kunnen zijn of kunnen verergeren door een verlaagde vitamine B12-status, zoals vermoeidheid en denk-, concentratie- en geheugenproblemen (zie symptomen vitamine B12-tekort), bij diabetes mellitus en bij bepaalde neurologische aandoeningen.
Overige toepassingen van vitamine B12:
* Zie verklarende woordenlijst
Vitamine B12 is zeer veilig (ook tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding) en heeft geen bijwerkingen, zelfs in hoge doseringen. Een bovengrens van inname is daarom niet vastgesteld. Een hoge plasmaspiegel van vitamine B12 wijst eerder op de aanwezigheid van een ziekte dan op hypervitaminose B12.(2)
Anisocytose: wisselend volume (grootte) van rode bloedcellen Aspartaataminotransferase (ASAT of SGOT): een enzym dat vooral in de lever, hart en skeletspieren aanwezig is.
Ataxie: coördinatiestoornis door verstoring willekeurige motoriek, hetgeen zich kan uiten in een onzeker looppatroon (dronkenmansloop, sneller vallen), moeite met praten, misgrijpen, trillende handen.
Gecombineerde strengziekte: aandoening van de achter- en zijstrengen van het ruggenmerg, waarbij soms ook perifere zenuwen, nervus opticus en hersenen betrokken zijn.
Genoom: het geheel van erfelijke informatie (DNA) in een cel.
Gepegyleerd: aan polyethyleenglycol gekoppeld.
Haptocorrinen: andere naam voor transcobalamine I. Een van de transporteiwitten die vitamine B12 in de bloedbaan vervoeren. B12 gebonden aan haptocorrine is echter niet biologisch actief in tegenstelling tot B12 gebonden aan transcobalamine II. Haptocorrinen (ook wel R-eiwitten genoemd) komen daarnaast ook voor in de maag en binden daar aan B12 om dit te beschermen tegen maagzuur.
Haptoglobine: een eiwit dat wordt gevormd in de lever en betrokken is bij de afbraak van rode bloedcellen. Indirect bilirubine: bilirubine is het eindproduct na afbraak van hemoglobine; de term indirect bilirubine verwijst naar het aanwezige ongeconjugeerde bilirubine, het bilirubine dat nog niet in de lever is geconjugeerd (gekoppeld) met glucuronzuur.
Indirecte bilirubine: Bilirubine is het eindproduct na de afbraak van hemoglobine. De term indirecte bilirubine verwijst naar de aanwezige ongeconjugeerde bilirubine, d.w.z. de bilirubine die nog niet geconjugeerd (gecombineerd) is met glucuronzuur in de lever.
Lactaatdehydrogenase (LDH): een enzym in diverse lichaamsweefsels en cellen, zoals rode bloedcellen, hart, lever, nieren, spieren, hersenen en longen. LDH is betrokken bij de energieproductie.
Macrocytose: te grote rode bloedcellen.
Macro-ovalocyten: grote, ovale rode bloedcellen.
Micronucleus test: een test waarbij DNA-beschadiging wordt gemeten (micronuclei zijn chromosoomfragmenten in cytoplasma).
Myoclonus: een korte, onvrijwillige samentrekking van een spier of groep spieren.
Neuritis optica: ontsteking van de oogzenuw (nervus optica).
Nucleïnezuren: aaneenschakelingen van nucleotiden (bouwstenen van DNA en RNA) waarbij de volgorde van de nucleotiden de genetische informatie bepaalt. DNA (desoxyribonucleïnezuur) en RNA (ribonucleïnezuur) zijn nucleïnezuren.
Oligozoöspermie: afname van het aantal spermacellen in zaadvloeistof (< 20 miljoen/ml ejaculaat).
Opticus atrofie: degeneratie van de oogzenuw.
Paresthesieën: stoornissen in de gevoelswaarneming waarbij een doof, jeukend, tintelend, prikkelend, kriebelend (alsof er mieren lopen), branderig en/of pijnlijk gevoel kan optreden; deze zijn altijd symmetrisch (tweezijdig) bij een vitamine B12-tekort en vooral in voeten, benen en handen.
Perifere neuropathie: een symmetrische aandoening van perifere zenuwen, die wordt gekenmerkt door sensibele en/of motorische afwijkingen die in de regel distaal meer dan proximaal en aan de benen meer dan aan de armen aanwezig zijn. Bij een polyneuropathie zijn meerdere zenuwen betrokken.
Pernicieuze anemie: ernstige vorm van bloedarmoede als gevolg van een defecte vitamine B12-opname door het ontbreken van intrinsic factor.
Posturale/orthostatische hypotensie: snelle bloeddrukdaling bij het gaan staan (daling 20 mm Hg systolische bloeddruk en/of 10 mm Hg diastolische bloeddruk).
Romberg test: evenwichtstest om een mogelijke stoornis van de positie- en bewegingszin vast te stellen, waarbij iemand gedurende 2 keer 30 seconden met aaneengesloten voeten dient te blijven staan, met ogen open resp. dicht.
Stomatitis: ontsteking van het mondslijmvlies.
Succinyl-CoA: een belangrijke intermediaire verbinding in de intracellulaire citroenzuurcyclus (Krebscyclus), waarbij energierijke metabolieten (zoals ATP) worden gevormd bij de afbraak van eiwitten, koolhydraten en vetten.
Teken van Lhermitte: bij het buigen van de nek ontstaat een hevige, schietende pijn vanuit de nek naar de voeten.
Zij- en achterstrengen: uittredende zenuwbundels uit het ruggenmerg.